Op 9 september 2025 werd geschiedenis geschreven: de goudprijs doorbrak voor het eerst de grens van €100.000 per kilo. Wat ooit ondenkbaar was, is toen werkelijkheid geworden. Deze spectaculaire stijging is geen toeval, het is het resultaat van een eeuw vol schommelingen in economie, politiek en vertrouwen.
Goud als redding in onrustige tijden
In 1925 voerde Nederland opnieuw de gouden standaard in, geld was toen letterlijk gekoppeld aan goud. Maar dat hield niet lang stand. Na de Tweede Wereldoorlog volgde het Bretton Woods-systeem (1944): de Amerikaanse dollar werd aan goud gekoppeld, en andere valuta’s aan de dollar. Dat leek even de perfecte balans, totdat president Richard Nixon in 1971 de verbinding tussen de dollar en goud definitief losliet. Vanaf dat momen tevolueerde de goudprijs vrijblijvend.
De jaren zeventig stonden in het teken van inflatie en de oliecrises. Terwijl de prijzen in de winkels omhoog schoten, zochten mensen zekerheid in goud. Precies in die periode, in 1984, werd in Rotterdam Goudwisselkantoor opgericht. Wat begon met het inkopen van oude sieraden, groeide al snel uit tot een internationale specialist in edelmetalen.
Elke crisis werd gevolgd door zijn eigen goudmoment:
En nu, in 2025, zorgen geopolitieke spanningen en onzekerheid opnieuw voor recordprijzen die elkaar in hoog tempo opvolgen.
Waarom de goudprijs zo hoog is
Volgens Johan de Ruiter, CEO van Goudwisselkantoor, is het geen toeval dat goud wereldwijd zo gewild is. “De wereld kijkt nerveus naar het politieke schouwspel. De terugkeer van Donald Trump met zijn protectionistische maatregelen heeft de dollar verzwakt. Tegelijkertijd kopen landen als China en India massaal goud om minder afhankelijk te zijn van diezelfde dollar.”
Ook de rente speelt een rol. Terwijl overheden worstelen met hoge schulden, heeft de roep om lagere rentes als gevolg: meer inflatie. En inflatie is, historisch gezien, de grootste vriend van goud. “Bij Goudwisselkantoor zien we dagelijks mensen die hun spaargeld willen beschermen. Niet omdat ze speculeren, maar omdat ze rust zoeken in iets tastbaars”, zegt De Ruiter. “We kunnen ons de vraag stellen of goud in vijf jaar tijd twee keer zoveel waard is geworden, of dat ons geld inmiddels de helft waard is. Waarschijnlijk is het een combinatie van beiden.”
Een spiegel van de koopkracht
Wie vroeger een kilo goud kocht voor enkele duizenden euro’s, ziet dat diezelfde kilo vandaag meer dan €100.000 waard is geworden. Een indrukwekkend rendement, maar vooral een les in koopkrachtbehoud. Terwijl papieren valuta’s hun waarde verliezen, blijft goud overeind, crisis na crisis, generatie na generatie.
Of je nu groot of klein begint, goud blijft een tastbare investering in zekerheid. Het is geen hype, maar een fundament dat al eeuwen standhoudt.